dinsdag 6 maart 2007

Isabel Perón: Van ballerina tot oorlogsmisdadigster

Gepubliceerd
Leeuwarder Courant 20 januari 2007
Vrijdag 12 januari is Argentinië in rep en roer door het nieuws dat Isabel Perón is gearresteerd in Spanje op verzoek van de Argentijnse rechter Raúl Acosta. Isabel – haar echte naam is María Estela Martínez de Perón - wordt aangemerkt als verdachte in het onderzoek naar de verdwijning van Héctor Fagetti Gallego die in 1976 werd opgepakt door de militaire politie en sindsdien is verdwenen. Op dat moment was Isabel de eerste vrouwelijke president van Argentinië doordat ze als vice president haar man was opgevolgd die twee jaar eerder overleed. Onder haar presidentschap wordt een serie decreten uitgevaardigd om “subversieve acties uit te roeien” die kunnen worden beschouwd als de opmaat naar de “vuile oorlog” die uiteindelijk tot de verdwijning van tienduizenden burgers zal leiden. De grote vraag nu is: wie was Isabel Perón. Was ze de vrouw die verantwoordelijk was voor al die misstanden of moet ze worden beschouwd als tragisch slachtoffer van de geschiedenis.

Isabelita (Isabelletje) wordt geboren op 4 februari 1931 in La Rioja, een provinciaal stadje aan de voet van de Andes, waar ze de eerste 3 jaar van haar leven doorbrengt tot haar ouders haar meenemen naar Buenos Aires. Sommige historici claimen dat ze de middelbare school niet heeft afgemaakt, anderen beweren dat ze Frans heeft gestudeerd en aan het conservatorium piano en dans heeft gestudeerd. Zij begint een carriere als professioneel danser, sommige bronnen vermelden als nachtclubdanseres, anderen beschrijven haar als ballerina.

In die hoedanigheid ontmoet ze in 1955 Juan Perón in Panama. Zij op tournee met een theatergezelschap, hij in ballingschap als voormalig president van Argentinië, datzelfde jaar afgezet door een militaire staatsgreep. Er bestaan verschillende versies over hoe ze elkaar precies ontmoetten, maar op de een of andere manier sluit zij zich bij hem aan als minnaar en/of persoonlijk assistant in zijn odyssee die hen via Venezuela en de Dominicaanse Republiek uiteindelijk in Spanje doen belanden in 1960. In Madrid besluit Juan om met haar te trouwen nadat de katholieke kerk bezwaren had geuit tegen hun zondig samenleven. Het trouwen maakt haar zijn derde vrouw en de opvolger van de legendarische Evita die 8 jaar daarvoor aan kanker was gestorven.

De ballingschap in Madrid zal uiteindelijk 13 jaar duren. Gedurende deze periode pendelt Isabel heen en weer tussen Madrid en Buenos Aires om contacten voor Perón te onderhouden. In 1973 herstellen de militairen de democratie en worden presidents verkiezingen uitgeschreven. Perón kan niet deelnemen omdat hij nog steeds verbannen is. De Argentijnen kiezen echter voor Héctor Campora die er geen geheim van maakt loyaal aan Perón te zijn. Eenmaal gekozen annuleert deze Peróns ballingschap en treedt vervolgens af zodat er nieuwe verkiezingen worden uitgeschreven. Dezen worden door Perón gewonnen. Hij besluit om zijn vrouw tot vice president te benoemen met als gevolg dat deze hem, na zijn dood 9 maanden later, opvolgt en daarmee de eerste vrouwelijke president van Argentinie wordt. Het presidentschap valt in haar schoot op het meest beroerde moment denkbaar. Het land verkeert in chaos. Linkse groeperingen teisteren het land met terroristische aanslagen en rechtse doodseskaders op hun beurt executeren links en rechts in hun ogen verdachte intellectuelen. Haar presidentschap eindigt met de militaire coup van 1976.

Een maand voor de staatsgreep op 25 februari 1976 wordt Héctor Fagetti Gallego, een 26 jarige ambtenaar gearresteerd door de militaire politie. Hij wordt verdacht van subversieve activiteiten. Zijn arrestatie wordt gerechtvaardigd door drie decreten die het jaar daarvoor zijn uitgevaardigd. De decreten dragen de nummers 2770, 2771 en 2772 en bevelen de “uitroeiing van subversieve actie”. Volgens officiele archieven wordt Héctor vastgehouden in twee verschillende militaire gevangenissen voordat hij op 10 maart wordt vrijgelaten. Na deze datum wordt nooit meer wat van hem vernomen. Tijdens Isabel’s presidentschap “verdwijnen” op deze manier tussen de 200 en 600 mensen. Gedurende de 6 grimmige jaren van de militaire junta na de coup zullen er nog tienduizenden “desaparecidos” volgen.

Na de coup wordt Isabel door de junta 5 jaar gevangen gehouden op de bovenste verdieping van een kasteeltje ver weg in Patagonië. In 1981 wordt ze vrijgelaten waarna ze terugkeert naar Spanje waar ze vurig hoopt te zullen worden vergeten door de geschiedenis. Ondervraagd door de Spaanse onderzoeksrechter Baltasar Garzon – in een onderzoek naar de verdwijning van Spaanse burgers gedurende haar presidentschap – verklaart zij slechts een arme onwetende vrouw te zijn die om wat voor reden dan ook door God was uitverkozen om president van Argentinië te zijn. Zij verklaart van de decreten te hebben afgeweten maar zich niet bewust te zijn geweest van de onverkwikkelijke gebeurtenissen die daaruit voortvloeien. Dat zij incapabel was voor het presidentschap leidt geen twijfel; een ballerina wiens lot het was om president te worden in een dergelijke tumultueuze periode, omringd door ultraconservatieve rechtse haviken, uiteindelijk niet veel meer dan hun marionet. Aan de andere kant: zij was waarschijnlijk op de hoogte van wat er aan de hand was en staat bekend als zeer vastbesloten in de strijd tegen het terrorisme.

De eigenlijke decreten zijn niet door haarzelf ondertekend omdat zij op dat moment haar presidentiele bevoegdheden al had overgedragen aan de tijdelijke president van de senaat: Italo Luder. Zij woonde op dat moment ver van Buenos Aires in de provincie Córdoba waar zij “op krachten diende te komen”. Ze was ongetwijfeld tot de conclusie gekomen dat zij niet in staat was om het land te leiden. Ze was totaal afhankelijk van Luder en zijn handlangers wiens rollen op dit moment ook worden onderzocht, maar die niet gearresteerd worden vanwege allerlei verschillende redenen. Volgens rechter Acosta gaat het in zijn onderzoek ook niet zozeer om de eigenlijke ondertekening van de decreten maar meer om de uitvoering ervan door het leger waarvan Isabel de bevelhebber en voor wiens (wan)daden zij eindverantwoordelijk was.

De arrestatie van mevrouw Perón is in lijn met het huidige streven van de regering naar grondiger onderzoek naar schendingen van mensenrechten in het verleden en de heroverweging van de verzoenings- en amnestiepolitiek van de jaren ‘80. De Argentijnse publieke opinie is – zoals gewoonlijk – hopeloos verdeeld over de kwestie. Aan de ene kant zijn er de mensenrechtengroeperingen zoals de Moeder van de Plaza de Mayo – in Nederland om de een of andere reden beter bekend als Dwaze Moeders; de ouders en grootouders van verdwenen kinderen die het als enigen aandurfden om tijdens de junta op te staan tegen de militairen en te demonstreren voor de Casa Rosada (het presidentsgebouw). Zij zien het onderzoek als belangrijke stap voorwaarts in hun – nog steeds geldende - eis om de exacte waarheid boven tafel te krijgen. Aan de andere kant rijzen er vele vragen: waarom nu ineens na 30 jaar en – belangrijker – waarom zij, een onbetekenend figuur vergeleken met andere verantwoordelijken uit die periode?

Sommigen vermoeden dat het onderzoek vooral politieke motieven heeft – 2007 is het jaar van presidentsverkiezingen – hoewel niet geheel duidelijk is wat dan de precieze beweegredenen zijn. President Néstor Kirchner – zelf ooit gearresteerd als linkse advocaat onder Isebel’s presidentschap – en zijn Peronistische regering gedragen zich in ieder geval zeer terughoudend in deze kwestie. De enige verklaring die Kirchner totnogtoe heeft gegeven is dat “niemand boven de wet staat”. Dit kan uiteindelijk met zich meebrengen dat sommige van zijn partijgenoten nog enige moeilijke vragen te beantwoorden krijgen over hun precieze rol in de geschiedenis. Sommigen beweren dat dit precies is wat hem voor ogen staat. Om eindelijk af te kunnen rekenen met het Peronisme, dat als hopeloos verouderde ideologie nog steeds officieel het fundament vormt van zijn partij: de Partido Justicialista (PJ).

Geen opmerkingen: