dinsdag 6 maart 2007

Hallo, mag ik u oplichten?

Gepubliceerd
Intermediair 9 februari 2007
http://www.intermediair.nl/artikel.jsp?id=678089


Aandelenzwendel vanuit een boiler room

Een buitenkansje. Via een gerenommeerd Duits effectenkantoor zijn aandelen te koop die zeker tachtig procent in waarde gaan stijgen. U koopt de aandelen en komt erachter dat ze weliswaar echt maar waardeloos zijn. Pieter de Vries werkte een maand undercover in een ‘boiler room’ in Buenos Aires, van waaruit Europese beleggers worden opgelicht.
‘Hallo, u spreekt met Ryan Jansen van XXX Capital Management hier in Frankfurt. Begin dit jaar heeft u met een collega van mij gesproken over uw beleggingen in aandelen.’

Met deze alias en deze openingszinnen heb ik als ‘senior adviseur’ een maand lang duizenden mensen geprobeerd aandelen te verkopen in een Amerikaanse oliemaatschappij.

De telefoontjes komen niet vanuit Frankfurt, maar vanuit een klein kantoortje in het centrum van de Argentijnse hoofdstad Buenos Aires. In de ruimte bevinden zich zeven aftandse schoolbureautjes met telefoons en headsets. Aan de wanden hangen archiefkaarten en vellen papier die de verkopers als geheugensteuntjes gebruiken. Eén van de verkopers moedigt zichzelf aan met de tekst: ‘You are John Connally, you’re a broker, be a cunt’. De herrie is af en toe oorverdovend wanneer iedereen ­ vaak luidkeels ­ aan het telefoneren is en Bloomberg Radio op vol volume staat voor de gewenste beursvloeratmosfeer. Een kantoor als dit staat ook wel bekend als een ‘boiler room’, van waaruit verkopers zonder de benodigde vergunningen dag in dag uit mensen bellen waarvan bekend is dat ze aandelen bezitten. De namen en telefoonnummers komen van eindeloze lijsten die in de handel zijn en worden gekocht door de mensen die de onderneming runnen. Vaak zijn de lijsten samengesteld op basis van aandeelhouderslijsten van beursgenoteerde ondernemingen. Dus als u aandelen heeft, wordt u vrijwel zeker vroeg of laat gebeld.

Het openingsgesprek

Het verkoopproces verloopt volgens een vast patroon en voor elke stap in het proces zijn er scripts. U wordt ‘geopend’ met een introductie van het bureau. Het bedrijf heeft een adres in Frankfurt, een Duits telefoon- en faxnummer (doorgeschakeld naar Argentinië) en een internetsite. De site lijkt professioneel, maar is in werkelijkheid vrij eenvoudig en geeft slechts zeer algemene informatie. De namen van staf en management ontbreken en het achtervoegsel Inc. is bepaald niet Duits. In het openingsgesprek wordt geschermd met namen van opdrachtgevers, ‘grote professionele beleggers’, zoals Deutsche Bank, Credit Suisse en Barclays. ‘Voor deze jongens stellen wij rapporten samen voor potentiële investeringen. We analyseren markten en sectoren en zoeken de bedrijven binnen die sectoren die bovengemiddeld presteren’. Vervolgens krijgt het doelwit het volgende te horen: ‘Wij hebben ons het recht voorbehouden om deze informatie te delen met een select bestand van privéklanten. Dus wat we in essentie doen is het gat dichten tussen professionele beleggers en kleinere privébeleggers zoals uzelf’. Het is belangrijk dat de ‘brokers’ in de openingsfase achterhalen hoeveel geld de klant doorgaans in aandelen belegt, zodat het uiteindelijke aanbod in een later stadium daarop afgestemd kan worden. Dus het vrijblijvende, gezellige gesprek over beleggingsstrategieën en portfolio’s is alleen een opmaat naar de laatste cruciale vraag: hoeveel u in het algemeen belegt in aandelen waar u een goed gevoel bij heeft. Sommige klanten zijn terughoudend als het gaat om het geven van dit soort gevoelige informatie, maar velen geven zonder aarzelen alle gegevens over hun beleggingen en de geïnvesteerde bedragen. Dan wordt toegewerkt naar de afronding. Uitgelegd wordt dat er op dit moment geen concrete aanbevelingen zijn, maar dat ‘we constant bezig zijn met research en u op de hoogte zullen houden van ontwikkelingen’. Het ‘openen’ is een tijdrovend proces van urenlang nummers intoetsen en wachten tot er een keer een vis bijt. Mijn ervaring was dat gemiddeld ongeveer 1 op de 25 niet meteen de telefoon neerlegt en openstaat voor een gesprek.

Het vrijdaggesprek

Het volgende contact met de klant is eenvoudig en kort en vindt altijd op vrijdag plaats. ‘Ik ben aan het opruimen voor het weekend, heeft u nog kans gezien de website te bekijken? Heeft u vragen, opmerkingen?’ Dit geeft de ‘broker’ de kans op informele toon te vragen wat de plannen voor het weekend zijn. Het opbouwen van een vertrouwensrelatie met de klant is cruciaal. Er wordt afgesloten met de mededeling dat er nog geen aanbevelingen zijn, maar dat er wel iets staat te gebeuren. En ja hoor, de dinsdag erop wordt u gebeld met de zogenaamde opwarmpitch. ‘We worden morgenochtend gebriefd over een aandelenpositie. Het moet nog besloten worden of we dit daadwerkelijk gaan gebruiken als aanbeveling voor nieuwe klanten, maar als dat het geval is, zou ik graag de gelegenheid krijgen het met u door te nemen. Hoe ziet uw agenda voor komende donderdag eruit?’ Velen zeggen dan niet geïnteresseerd te zijn, of niet van plan te zijn om op dit moment te investeren. Dan komt het erop aan om een voet tussen de deur houden: ‘Ik wil het alleen maar met u doornemen. Op die manier kunt u zien hoe en met welke bedrijven we werken. Het kost u tien minuten en als u dan besluit niet verder te gaan, dan respecteer ik dat uiteraard, maar dan neemt u in ieder geval een weloverwogen beslissing.’ De meesten gaan uiteindelijk wel schoorvoetend akkoord.

Het verkoopgesprek

De donderdag daarop is het zover. De klant wordt gebeld en gevraagd of hij pen en papier bij de hand heeft. Wat volgt is een zeer uitgebreide briefing over het bedrijf, in mijn geval een klein Amerikaans olieconcern. U wordt verteld dat het aandeel op de Nas-daq wordt verhandeld en de koers te volgen is op de site van deze effectenbeurs, maar ook op financiële sites als die van Bloomberg en Reuters. En dat laatste is ook zo, al is de koers geen afspiegeling van de werkelijke waarde (zie kader Echte nepaandelen). De ‘pitch’ gaat verder met een analyse van de markt voor ruwe olie. Het komt erop neer dat er alle reden is aan te nemen dat de prijs van ruwe olie in de nabije toekomst hoog zal blijven en dat onafhankelijke olieconcerns in de VS op dit moment de wind enorm in de rug hebben. En dat dit zeker het geval is voor het bedrijf in kwestie. Dat heeft namelijk een vondst van zevenhonderdduizend vaten ruwe olie en anderhalf miljard kubieke meter aardgas gedaan in de golf van Mexico. Omdat deze informatie nog niet publiekelijk is gemaakt, is het aandeel op dit moment een koopje. De klant wordt voorgespiegeld dat de koers van het aandeel de komende vijf weken zal stijgen met dertig procent en dat een koersstijging van tachtig procent in anderhalf jaar zeer waarschijnlijk is. In deze fase wordt de klant enorm onder druk gezet om maar vooral iets te kopen. Op financiële websites is te zien dat het aandeel enkele maanden eerder nog voor minder dan twee dollar werd verhandeld en ten tijde van het telefoontje voor acht dollar. Klanten die in de afgelopen periode het aandeel hebben gekocht, verkeren dus in de waan dat hun aandelen in sommige gevallen meer dan driehonderd procent in waarde zijn gestegen. Deze klanten worden uiteraard opnieuw benaderd, dit keer met andere aandelen, in niet-bestaande ondernemingen. In de week dat deze bestaande klanten opnieuw worden benaderd, stijgt de weekomzet tot meer dan een half miljoen dollar. De aandelen die aan deze bestaande klanten werden verkocht, waren van een obscure datingsite en een enorm gepland toeristencomplex in Belize. En ze zijn, uiteraard, waardeloos.

Met dank aan Cees Schaap, directeur van het fraudeonderzoeksbureau SBV Forensics

Ik heb zo’n vier weken in deze Boiler Room gewerkt. In deze tijd heb ik niets verkocht. Zou dat wel zijn gebeurd, dan had ik mijn slachtoffers onder mijn eigen naam teruggebeld om ze te waarschuwen het geld niet over te maken.



Kader: Echte nepaandelen

De aandelen die de boiler room in eerste instantie verkoopt aan de slachtoffers zijn dikwijls zogenoemde penny stock, spotgoedkope aandelen in bedrijven die nagenoeg op de fles zijn, maar met een notering aan de Amerikaanse schermenbeurs Nasdaq, die veel minder strenge eisen stelt dan de beurzen van New York of Londen. De koers is dus te volgen op financiële websites én eenvoudig door de boiler room omhoog te stuwen ­-door zelf grote pakketten aandelen te kopen.
De aandelen zijn echt, maar niets waard. De verkoop ervan is bedoeld om vertrouwen te kweken en slechts de opstap naar het verkopen van aandelen in niet-bestaande ondernemingen of zogenoemde Over The Counter (OTC)-aandelen, die kleine ondernemingen in de VS onderhands mogen verkopen om kapitaal aan te trekken, dat in deze gevallen nooit ergens in geïnvesteerd zal worden. Die volgende stap wordt ingeleid met een pitch als ‘De koers gaat nog verder stijgen, het is niet de tijd de koerswinst te nemen, maar we hebben wel een andere interessante investeringsmogelijkheid...’ Eenmaal gekocht blijken de aandelen onverkoopbaar ­ niemand wil of kan ze van je overnemen ­ en de handelaar die ze je heeft verkocht indien nog actief gaat niet in op je verzoek om ze voor je te verkopen.

Hoeveel slachtoffers?
Er is weinig betrouwbare informatie over hoeveel mensen het slachtoffer worden van boiler room- en vergelijkbare zwendels. Vele slachtoffers schromen blijkbaar hun stommiteit te melden aan de autoriteiten. De Nederlandse Autoriteit Financiële Markten (AFM) waarschuwt beleggers op haar website tegen zo’n vijftig bedrijven die zich specifiek op Nederlandse beleggers richten. In haar jaarverslag van 2005 schrijft de AFM dat ze de totale schade voor consumenten van illegale financiële activiteiten schatten op minimaal 250 miljoen euro per jaar.

Het aantal mensen dat specifiek slachtoffer is van boiler rooms wordt geschat op vijfhonderd per jaar met een gemiddeld verlies van zo’n veertigduizend euro. De hoogst gemelde schade bij de AFM ligt rond de tweehonderdduizend euro. Voor de slachtoffers is er weinig hoop dat ze hun geld ooit terugzien. Het ‘bedrijf’ dat ze de aandelen heeft verkocht, reageert niet meer, als het al nog bestaat, en het geld staat ergens op een niet te traceren off shore-bankrekening. Zie ook: Beleggen in gebakken lucht, een studie van het Openbaar Ministerie Den Haag naar kenmerken van grensoverschrijdende zwendel in beleggingsproducten.

Geen opmerkingen: