zondag 25 januari 2009

Voetbal in een vuile oorlog

In april 2008 heb ik samen met schrijver Marcel Rözer Argentinië bezocht voor het boek "Voetbal in een vuile oorlog" over het WK 1978 in Argentinië. Ik was verantwoordelijk voor contactlegging met geïnterviewden, vertaling tijdens de interviews, het organiseren van bezoeken aan historische plekken en de fotografie. Nadat bekend werd dat prinses Máxima het boek in ontvangst wilde nemen heb ik de organisatie van een bezoek van voetballer Leopoldo Luque en "dwaze moeder" Nora de Cortiñas aan Nederland op me genomen.

Sport en politiek rond het WK 1978 in Argentinië

Dertig jaar na dato is de (voetbal)wereld nog altijd niet klaar met het wereldkampioenschap voetbal in 1978. Steeds opnieuw rijst de vraag of er nou wel of niet gevoetbald had mogen worden. In Argentinië wendt het ene deel van de bevolking zich vol schaamte af van de Mundial, het andere deel eert voorzichtig de voetbalhelden.
In Nederland is in de afgelopen dertig jaar het beeld ontstaan dat 'we' daar niet hadden kunnen winnen'. Spelers vertellen over hun angst voor, tijdens en na de finale, en enkelen zijn er zelfs van overtuigd dat ze bij winst in een vliegtuig waren geladen en boven zee gedropt.
Feit is dat het Nederlands Elftal nooit dichter bij een wereldtitel was dan tijdens de fameuze bal tegen de paal van Rob Rensenbrink.
De journalisten Iwan van Duren en Marcel Rözer maakten een uitgebreide ronde langs de velden en vroegen betrokkenen in Nederland en Argentinië naar wat er nou precies is gebeurd. Het resultaat is een dramatisch en bij vlagen hilarisch verhaal over een, hoe dan ook, discutabel sportevenement.

zondag 22 april 2007

Maradona opnieuw opgenomen


BUENOS AIRES (ANP) – Opnieuw rukten reporters en cameraploegen in Buenos Aires vrijdagochtend uit om het voetbalgekke Argentijnse volk op de hoogte te houden van de gezondheid van hun nationale held Diego Maradona. Twee dagen nadat Maradona werd ontslagen uit het ziekenhuis en voor de televisie hartgrondig beterschap van levensstijl beloofde, is de voormalige Argentijnse voetbalster vrijdagochtend vroeg opnieuw opgenomen in een privé kliniek in Buenos Aires.

Zijn privé arts Alfredo Cahe verklaarde dat hij in de nacht van donderdag op vrijdag om 3 uur wakker werd met hevige buikpijn."Ik zit hoe dan ook zondag in de sky-box, desnoods met een infuus” kondigde hij woensdag na zijn ontslag uit het ziekenhuis aan op televisie, doelend op de Superclásico van aanstaande zondag tussen Boca Juniors – zijn voormalige club - en aartsrivaal River Plate.

De voorlaatste opname van de aan champagne en Cubaanse sigaren verslaafde Argentijnse superster op 28 maart was onvrijwillig. Zijn lijfarts, Alfredo Cahe, besloot om Maradona een spuitje te geven om hem in het ziekenhuis op te kunnen nemen. Daar hield men hem gedurende twee weken onder zeil om te ontgiften en van een leverinfectie te herstellen. In 2004 vreesde men voor zijn leven toen hij gedurende enige maanden werd opgenomen met hartproblemen als gevolg van buitensporig cocaïnegebruik.

In de Argentijnse media gaan steeds meer stemmen op dat opname na opname in het ziekenhuis weinig zin heeft als Maradona weigert zijn levensstijl te veranderen. Velen geven de schuld aan de “verkeerde vrienden” waarmee hij zich omringt, de gigantische belastingschulden van de voetballer - in Italie alleen al 23 miljoen dollar – en problemen met zijn ex vrouw Claudia, tevens zijn zaakwaarnemer.

woensdag 11 april 2007

'Opnieuw Hollandse prinses met Argentijns bloed'

BUENOS AIRES (ANP) - Argentijnse media hebben zich dinsdagavond verheugd over de geboorte van een derde Nederlandse prinses met Argentijns bloed. De zender 'América' bracht als een van de eerste het nieuws dat de dochter van prinses Máxima ruim 4 kilo weegt en dat moeder en kind het goed maken.

Meerdere nieuwszenders brachten het nieuws van de geboorte, vergezeld van archiefbeelden van Máxima, al dan niet in gezelschap van 'Príncipe Guillermo'. „Opnieuw een Hollandse prinses met Argentijns bloed” was de toon van de berichtgeving. Het koninklijke nieuwtje moet wel concurreren met ander nieuws, met name rond het op stapel staande voetbalduel de „Superclásico“ tussen River en Boca, de grootste clubs van Buenos Aires. De geboorte van de derde prinses is derhalve geen groot nieuws voor de op woensdag verschenen Argentijnse kranten.

Clarín - de grootste - heeft een kort bericht op pagina 37 met een archieffoto van Máxima. Het bericht meldt dat de kinderen van Máxima tweetalig - Spaans en Nederlands - worden opgevoed.

La Nación pakt iets groter uit. Máxima Mamá staat op de voorpagina, verwijzend naar een artikel van een kwart pagina met twee foto's op pagina 4. De foto's tonen een breedlachende 'Príncipe Guillermo' en een foto van de pasgeboren baby in haar wiegje. Het artikel maakt gewag van een babyboom in de - voor Argentijnen sprookjesachtige - Europese vorstenhuizen, verwijzend naar de zwangerschappen van de Spaanse prinses Letizia en van de Deense prinses Mary Donaldson.

Sommige Argentijnse waarnemers vragen zich ondertussen wel af wanneer Máxima eindelijk koningin wordt. De Nederlandse ambassade hees woensdagochtend de Nederlandse vlag met oranje wimpel en het ambassadepersoneel at traditiegetrouw beschuit met muisjes.

maandag 2 april 2007

Oorlog bracht Falklanders welvaart

Reportage vanaf Falklands eilanden n.a.v. 25 jarige herdenking Falklands oorlog. Een deel van het artikel is overgenomen door het NOS journaal

PORT STANLEY (ANP) - De bloedige oorlog om de Falkland-eilanden betekende de komst van welvaart voor de bevolking. Maandag 2 april is het precies 25 jaar geleden dat Argentinië de eilanden bezette en met Groot-Brittannië een bloedige oorlog uitvocht.
Volgens Patrick Watts van het lokale radiostation waren de eilanders nu waarschijnlijk Argentijns geweest als de invasie niet had plaatsgevonden. "Voor de oorlog vertelde de gouverneur dat wij ons erop moesten voorbereiden dat Groot-Brittannië de eilanden zou overdragen aan Argentinië. Er waren serieuze onderhandelingen gaande en de Britten leken niet bijzonder geïnteresseerd in behoud van de Falklands."

De oorlog maakte definitief een einde aan de onderhandelingen, tot grote opluchting van de eilanders. Er werd een permanente basis met tweeduizend militairen gevestigd en een territoriale zone van 150 mijl om de eilanden getrokken. De aanwezigheid van de militairen betekende bijna een verdubbeling van het aantal inwoners en zorgde voor de eerste injectie in de kwakkelende economie. De echte welvaart kwam vijf jaar later met de visserijwet, die de visvangst rondom de eilanden regelde. In de wateren rondom de eilanden zit veel inktvis. De eilanders zijn traditioneel schapenfokkers en houden zich zelf nauwelijks met visserij bezig. De overheid verkoopt daarom licenties aan buitenlandse vissers, vooral aan Aziaten. Deze licenties leveren jaarlijks 30 miljoen euro op, 44 procent van de totale nationale inkomsten.

Falklanders zijn traditioneel schapentelers
Volgens Phyllis Randall kwam de oorlog de eilanders goed uit, ondanks alle gruwelijkheden die plaatsvonden. Randall is directrice van de sector landbouw en minerale grondstoffen. Door de oorlog is de economie veranderd en ligt de tijd achter ons dat de economie volledig afhankelijk was van de schapenindustrie en de wolprijs, zegt zij. Het bestuur van de eilanden steekt veel van het visserijgeld in behoud van de landbouwsector. Nieuwe schapenrassen worden uit Australië en Nieuw-Zeeland geïmporteerd in een poging fijnere wol te produceren. Verder wordt getracht om schapen en lammeren geschikt te maken voor de vleesindustrie. Ook steekt de overheid veel geld in gezondheidszorg en onderwijs. Kinderen hoeven niet meer naar het moederland om middelbaar onderwijs te volgen en er zijn nu riante beurzen beschikbaar voor de leerlingen die willen doorstuderen aan een universiteit of hogeschool in het buitenland.

Britse militairen zijn bijzonder welkom op de Falklands
De nieuwe economische perspectieven trekken ook nieuw volk aan. Na de oorlog keerden vele Falklanders die overzee woonden terug. Ook buitenlanders vonden hun weg naar de eilanden vanwege de hoge levensstandaard, de uitstekende salarissen en het relaxte bestaan. In het 'kosmopolitische' tweeduizend inwoners tellende Stanley kun je meer dan zestig verschillende nationaliteiten - onder wie een aantal Nederlanders - op straat tegenkomen. Joost Pompert kwam in 1989 naar de eilanden. Hij kon een goedbetaalde baan vinden als zeebioloog bij het visserijdepartement. "Ik had niet gestudeerd en had in Nederland weinig kans op een baan. Ik had wat ervaring op zee opgedaan en hier kon ik zo aan de slag." Jacqueline Bennebroek werkt als huisarts in het ziekenhuis van Stanley. "Het is een modern ziekenhuis. Ik doe hier bijna alles wat je als arts kunt doen. Alleen voor specialistische zaken zijn we aangewezen op ziekenhuizen in Engeland of Chili." Naast haar werkzaamheden in het ziekenhuis vliegt zij regelmatig naar het binnenland om daar patiënten te bezoeken.

Dat de economie drijft op de visserijlicenties baart de Falklanders nogal wat zorgen. Er heerst de angst dat deze inkomsten ooit zullen opdrogen. Visstand is nu eenmaal moeilijk te beheersen. Inmiddels heeft de overheid ruim 200 miljoen euro opzij gezet voor eventuele magere jaren. De hoop van de eilanders is intussen gevestigd op ontwikkeling van het toerisme, maar vooral op de aanwezige olievoorraden rondom de eilanden. In het verleden bleek exploitatie niet rendabel omdat de winning te duur was. Maar als gevolg van de hoge olieprijs worden er opnieuw proefboringen gedaan door enkele oliebedrijven. "Ik volg nu dagelijks de ontwikkeling van de olieprijs", laat Phyllis Randall dan ook weten.

woensdag 21 maart 2007

Twee kale mannen die vechten om een kam*

Achtergrondartikel bij 25 jarige herdenking Falklands oorlog.
Falklands zijn 25 jaar na oorlog nog steeds gevoelige kwestie in Argentinië

Buenos Aires(ANP) - Op 2 April 1982 ziet Plaza de Mayo voor de Casa Rosada - het presidentieel paleis in Buenos Aires - zwart van de mensen. Dit keer zijn het eens geen dwaze moeders die van de militaire dictatuur opheldering eisen over hun “verdwenen” kinderen. Generaal Leopoldo Galtieri – op dat moment leider van de militaire junta – kondigt de Argentijnse invasie van de Falklands aan en wordt bejubeld door de massaal toegestroomde bevolking. Vijfentwintig jaar later vindt men in Argentinië nog steeds dat de Malvinas – zoals de Falklands in Argentinie worden genoemd - van hen zijn en bezet door de Britten. Het is een gevoelige nationale erekwestie, hoewel de meeste Argentijnen weten dat de oorlog een wanhopige laatste poging van de falende en impopulaire militaire dictatuur was om de steun van het volk terug te winnen en dat de eilandbewoners niets van Argentinië willlen weten.

"Jullie Hollanders drinken veel bier hé?", vraagt Juan Mendicino. "Ik mag geeneens een glaasje wijn bij het eten vanwege de medicijnen" zegt hij spijtig. Juan vocht op de Falkland eilanden en slikt dagelijks een indrukwekkende hoeveelheid pillen tegen maagproblemen, hoofdpijn en slapeloosheid. Samen met Torres Norberto Ramón runt hij een clubhuis voor oorlogsveteranen in Buenos Aires. Volgens Juan was hij aan het begin van de oorlog in Buenos Aires het WK voetbal aan het kijken. Volgens Torres is dat onmogelijk omdat het WK pas op 13 juni, één dag voor het einde van de oorlog, begon. De herinnering van Juan is niet accuraat maar zijn punt blijft overeind: het absurde feit dat twee landen, die elkaar op leven en dood bevechten op een aantal rotsige eilanden in de Atlantische Oceaan, beiden op hetzelfde moment doodleuk meedoen aan het wereldkampioenschap voetbal. Juan en Torres waren 19 jaar toen zij als dienstplichtigen naar de eilanden werden gestuurd. "Er werd ons verteld dat het niet tot vechten zou komen". Het zou een diplomatiek spel zijn en de bezetting was bedoeld om de onderhandelingen met de Engelsen een zetje te geven. Hetzelfde was een paar jaar daarvoor gebeurd in een grensconflict met Chili. Dat werd uiteindelijk door tussenkomst van de paus vreedzaam geregeld en zo zou het nu ook gaan.

Het liep anders. In april vlogen de Argentijnse soldaten – het merendeel jonge onervaren dienstplichtigen - naar de Falklands. Ze verspreidden zich over de eilanden, groeven zich in en wachtten op wat ging komen. "Het was koud en nat, we sliepen in de greppels die we hadden gegraven. De aanvoer van voedsel was slecht geregeld en we konden ons wekenlang niet wassen". De Engelse premier Thatcher kampte op dat moment met een populariteitscrisis in eigen land en sloeg keihard terug. “The Empire strikes back” kopte een Engels tijdschrift triomfantelijk, refererend aan de Star Wars episode van 1980 en de gloriedagen van het Britse imperium. Eind april zagen Juan en Torres de dreigende Britse oorlogsbodems aan de horizon verschijnen. Het werd menens. "We zagen niemand aan boord dus we dachten eerst nog dat ze leeg waren. Ook gingen er geruchten dat de Engelsen al aan land waren". De volgende ochtend begonnen de bombardementen die 24 uur per dag door zouden gaan vanaf de schepen en vanuit de lucht. "We waren doodsbang. ’s Nachts kwamen Engelse amfibie-eenheden met rubberboten aan land. Je zag ze niet komen en ze kwamen met maar één doel: ons dood te schieten”. Torres en Juan zagen om zich heen kameraden sterven en gewond raken. "Wij waren amper getraind, hadden geen gevechtservaring en zij stuurden hun beste commandotroepen”. De soldaten wisten dat het een ongelijke strijd was maar de Argentijnse radio hield vol dat ze wonnen. "We konden ook Radio Uruguay ontvangen en die berichtten heel andere geluiden. Volgens hen werden we in de pan gehakt en dat leek meer op wat wij rondom ons zagen gebeuren”.

Torres werd door de Engelsen gevangen werd genomen, vier dagen voor de capitulatie. Als marconist was hij samen met drie kameraden vooruit gestuurd. "We gebruikten de radio niet meer want de Engelsen konden het signaal oppikken en dan waren we er natuurlijk geweest. Ook konden we niet terug naar de Argentijnse linies want dan zouden onze eigen soldaten ons voor Engelsen aanzien en op ons schieten”. Ze bleven dus maar waar ze waren totdat de Engelsen hen gevangen namen. "Die hele oorlog kon me toen al niet zoveel meer schelen” vertelt Torres. "Ik wist voor de oorlog eerlijk gezegd niet eens waar de Malvinas precies lagen. De Engelsen gaven ons in elk geval fatsoenlijk te eten en het enige waar ik me op dat moment druk over maakte was hoe mijn eigen toekomst er uit zou zien". Geëmotioneerd vertelt hij dat hij op de derde dag van zijn gevangenschap een telegram aan zijn moeder mocht sturen. "Ik kreeg een formulier van een Engelsman die een beetje Spaans sprak waar ik een paar regels op kon schrijven. Ik schreef: Mama, ik ben gevangen, het gaat goed met me". Het telegram is daadwerkelijk aangekomen. Torres heeft het nog steeds.

Na de capitulatie op 14 juni belooft de regering dat de soldaten voorrang zullen krijgen bij het vinden van werk en huisvesting, maar daar komt in de praktijk weinig van terecht. "Velen hadden een behoorlijke tik van de oorlog meegekregen en al snel stonden we bekend als `de gekken van de Malvinas` ". Het zou nog tien jaar duren voordat ze een uitkering kregen en van begeleiding en psychische hulp was nauwelijks sprake. Na de oorlog proberen de veteranen hun leven weer op te pakken. Eén van de companen van Juan en Torres herenigde zich met zijn vrouw, ze kregen 3 kinderen en hij ging architectuur studeren. Hij sprak nauwelijks over de Malvinas. In oktober 1992, op weg naar zijn laatste examen, verdween hij. Later vond men hem terug, ronddolend in de stad. Hij werd opgenomen met symptomen van ‘atypische psychose’- onder veteranen het ‘Malvinas syndroom’ genoemd. Op een dag werd hij door de artsen onder zijn bed gevonden, schuilend voor een Engels bombardement. Begin 1993 wordt hij ontslagen uit de inrichting. Hij koopt een pistool, gaat naar een bar in de stad en schiet zichzelf door het hoofd.

Dit geval staat niet op zichzelf. Van 460 veteranen is op dit moment bekend dat ze zelfmoord pleegden. Volgens Juan komt dit doordat overheid en maatschappij nauwelijks aandacht schenken aan het lot van de veteranen. "Ik voel me verraden door de Argentijnse regeringen van na de oorlog" verklaart Juan. Toch staan de veteranen nog steeds achter ``de zaak``. In het clubhuis hangen her en der vlaggen en borden met de slogan: De Malvinas zijn Argentijns. "De eilanden zijn van ons” roept Juan boos. "Die Engelsen denken dat de hele wereld van hen is en dat ze overal, als een stel piraten, land kunnen inpikken". Hij voelt zich niet misbruikt door de toenmalige dictatuur. "Ik wil Generaal Galtieri niet verdedigen, maar het was een goede zaak en het was onze plicht om het vaderland te verdedigen".

Dat de Malvinas van Argentinië zijn lijdt onder Argentijnen nauwelijks twijfel. In de media worden de eilanden iedere dag trouw meegenomen in het nationale weerbericht en schaarse nieuwsreportages over de eilanden komen van de “Islas Malvinas Argentinas”. Op kaarten en in atlassen staat achter de naam Islas Malvinas (ARG) en wordt hoofdstad Stanley aangeduid als Puerto Argentino. Martin Shields een in Buenos Aires woonachtige 40 jarige Brit die Engelse les geeft vertelt dat hij het onderwerp tijdens zijn lessen wel eens ter sprake brengt, maar dat het onder Argentijnen heel gevoelig ligt en ze er liever niet met hem over praten. "En dat terwijl zij van hun militaire dictatuur af kwamen en wij nog eens 8 jaar Margareth Thatcher kregen. Wie was er uiteindelijk beter af?”

Voor Argentijnse politici is het claimen van de Falklands die in 1833 door de Britten “gestolen zijn” een verplicht nummer. De regering van de huidige president Néstor Kirchner diende vorig jaar gemiddeld vaker dan één keer per maand een klacht in bij de Verenigde Naties over de soevereiniteitskwestie. “Het terugkrijgen van de Malvinas is een nationaal doel dat we tot stand moeten brengen middels vreedzame dialoog” verklaarde de president vorig jaar. Bij de inauguratie van de nieuwe secretaris generaal van de VN in januari vloog minister van Buitenlandse Zaken - Jorge Taiana - in totaal 20 uur op en neer naar New York voor een 40 minuten durende ontmoeting met als enig doel om de Malvinas onder zijn aandacht te brengen.

Slechts een enkele Argentijn plaatst vraagtekens bij de voortdurende Argentijnse claim op de eilanden. Docent en onderzoeker aan de Universiteit van Buenos Aires (UBA) Juan Cruz Vazquez concludeert in een wetenschappelijke studie naar de betekenis van de Malvinas voor de Argentijnse cultuur dat de kwestie vanaf het begin van de 20e eeuw is gebruikt bij een poging om de nationale identiteit te versterken bij de immigrantenbevolking van het toen nog jonge land. "Pas vanaf die tijd is het een issue in Argentinië en men leert ons op school nog steeds dat de eilanden simpelweg Argentijns zijn. Er wordt meestal niet bijverteld waarom ze Argentijns zouden zijn, hoe we ze ooit in bezit hebben gekregen, hoe ze uiteindelijk in Britse handen overgingen en hoe dit alles leidde tot de oorlog. Alleen dat de Malvinas Argentijns zijn, punt”. Volgens de Argentijnse wetenschapper kon hij een glimlach niet onderdrukken toen hij stuitte op het feit dat Nederlanders of Spanjaarden de eilanden ooit hebben ontdekt ergens in de 17e eeuw. "Hier heerst de stellige overtuiging dat wij de eilanden hebben ontdekt, ook al bestond Argentinië toen nog niet eens".

De Britse regering staat op het standpunt dat er geen sprake is van onderhandelingen met Argentinië tot de bewoners van de eilanden er zelf om vragen. Dezen later er weinig twijfel over bestaan waar hun voorkeur ligt. Volgens Jenny Cockwell van de plaatselijke krant “Penguin News” zijn de eilanden een stukje Groot Brittanië. “Als hier een referendum zou worden gehouden zou minder dan 0,01% onderhandelingen steunen die zouden kunnen leiden tot Argentijnse invloed op de eilanden. Waarom? Ze kunnen zichzelf niet eens fatsoenlijk besturen met alle natuurlijke rijkdommen en grondstoffen die ze hebben, laat staan ons”.


Wikipedia weetjes

De Falklands is een eilandengroep bestaande uit twee hoofdeilanden – Oost en West Falkland, samen met zo’n 700 kleinere eilandjes. Ze liggen in de Zuid Atlantische Oceaan, een kleine 500 km vanaf de Argentijnse oostkust en zo’n 900 kilometer boven Antarctica. Het beslaat in totaal ruim 12.000 km2 landoppervlak, iets meer dan één derde van Nederland.
Er wonen zo’n drieduizend mensen op de eilanden waarvan ongeveer 70% van Britse en met name Schotse afkomst. De eilanders vallen onder Brits grondgebied maar besturen zichzelf. Pas na de oorlog konden de eilanders aanspraak maken op een Brits paspoort.
Aanleiding van de oorlog was de Agentijnse bezetting van South Georgia op 19 maart 1982 gevolgd door de bezetting van de Falklands. De oorlog eindigde met de capitulatie van Argentinië op 14 juni. Geen van beide landen heeft elkaar ooit formeel de oorlog verklaard. De strijd kostte aan 258 Britse en 649 Argentijnse soldaten het leven.


Argentijnse begraafplaats op de Falkland eilanden


* De titel: “Twee kale mannen die vechten om een kam” is gebaseerd op een uitspraak van de Argentijnse dichter/schrijver Jorge Luis Borges.

dinsdag 6 maart 2007

Hip Buenos Aires is decor Nederlandse dramaserie

Woensdag, 14 februari 2007

BUENOS AIRES (ANP) - Op de set van Julia's Tango, een Nederlandse dramaserie die vanaf maart te zien is op Net5, is op het afgesproken tijdstip geen Nederlander te bekennen. Ze zitten aan de lunch bij een vlooienmarkt waar eerder op de dag opnamen zijn gemaakt. Regisseur Ron Termaat verontschuldigt zich dat het wat is uitgelopen.

De serie gaat over vier jonge Nederlandse vrouwen die besluiten om in de Argentijnse hoofdstad een Bed & Breakfast te beginnen. In tien afleveringen worden de vriendschap tussen de vier vrouwen, hun ambities en hun liefdesleven gevolgd tegen de achtergrond van Buenos Aires. Kim Pieters speelt de titelrol. Zij is bekend van onder meer Onderweg Naar Morgen. De andere drie vrouwen worden gespeeld door Miryanna van Reeden, Peggy Vrijens en Tina de Bruin.
De Nederlandse ploeg van Endemol werkt samen met Endemol Argentinië die veel ervaring heeft met het maken van dit soort series. De vaste ploeg uit Nederland bestaat uit zo'n tien mensen, af en toe aangevuld met een gastacteur die uit Nederland wordt ingevlogen. Verder is alles Argentijns, tot aan de muziek toe.

De Nederlanders roemen de professionaliteit van de Argentijnen, maar er zijn wel verschillen. Argentijnen werken hiërarchischer en alles duurt net iets langer. Toch is enige haast geboden, want de uitzending van de eerste aflevering staat gepland voor 19 maart.

De meeste opnamen vinden plaats in een oud koloniaal woonhuis in de wijk Palermo. In het busje op weg naar de opnamelocatie zit de stemming er goed in. De Nederlanderse acteurs zetten luidkeels een lied in. Hun Argentijnse collega's vinden het prachtig. 's Avonds is de hele crew aanwezig op de maandelijkse Hollandborrel in de Nederlandse bruine kroeg Van Koning. ,,Word ik tenminste weer eens herkend'', zegt Chris Tates, een van de mannelijke spelers.

Volgens regisseur Termaat lijkt het opnemen van een serie in het buitenland op een schoolreisje. Kim Pieters - Julia - vertelt dat ze er in het begin wel een beetje tegenop zag om vier maanden onafgebroken in het buitenland te zitten, maar dat ze het nu geweldig vindt. ,,Heerlijk om me volledig op mijn werk te kunnen concentreren zonder afgeleid te worden door de dagelijkse beslommeringen in Nederland.''

Annemieke van Vliet, creative producer, kwam op het idee om een serie in Buenos Aires te maken, na een bezoek aan de stad enige jaren geleden. ,,Ik moest hier iets doen'', legt ze uit. ,,Zo'n geweldige sfeer en zo fotogeniek. We hebben het voorgelegd aan Net5 en die zender was meteen enthousiast. Buenos Aires is 'in' momenteel.''
(c) ANP 2007 alle rechten voorbehouden

Isabel Perón: Van ballerina tot oorlogsmisdadigster

Gepubliceerd
Leeuwarder Courant 20 januari 2007
Vrijdag 12 januari is Argentinië in rep en roer door het nieuws dat Isabel Perón is gearresteerd in Spanje op verzoek van de Argentijnse rechter Raúl Acosta. Isabel – haar echte naam is María Estela Martínez de Perón - wordt aangemerkt als verdachte in het onderzoek naar de verdwijning van Héctor Fagetti Gallego die in 1976 werd opgepakt door de militaire politie en sindsdien is verdwenen. Op dat moment was Isabel de eerste vrouwelijke president van Argentinië doordat ze als vice president haar man was opgevolgd die twee jaar eerder overleed. Onder haar presidentschap wordt een serie decreten uitgevaardigd om “subversieve acties uit te roeien” die kunnen worden beschouwd als de opmaat naar de “vuile oorlog” die uiteindelijk tot de verdwijning van tienduizenden burgers zal leiden. De grote vraag nu is: wie was Isabel Perón. Was ze de vrouw die verantwoordelijk was voor al die misstanden of moet ze worden beschouwd als tragisch slachtoffer van de geschiedenis.

Isabelita (Isabelletje) wordt geboren op 4 februari 1931 in La Rioja, een provinciaal stadje aan de voet van de Andes, waar ze de eerste 3 jaar van haar leven doorbrengt tot haar ouders haar meenemen naar Buenos Aires. Sommige historici claimen dat ze de middelbare school niet heeft afgemaakt, anderen beweren dat ze Frans heeft gestudeerd en aan het conservatorium piano en dans heeft gestudeerd. Zij begint een carriere als professioneel danser, sommige bronnen vermelden als nachtclubdanseres, anderen beschrijven haar als ballerina.

In die hoedanigheid ontmoet ze in 1955 Juan Perón in Panama. Zij op tournee met een theatergezelschap, hij in ballingschap als voormalig president van Argentinië, datzelfde jaar afgezet door een militaire staatsgreep. Er bestaan verschillende versies over hoe ze elkaar precies ontmoetten, maar op de een of andere manier sluit zij zich bij hem aan als minnaar en/of persoonlijk assistant in zijn odyssee die hen via Venezuela en de Dominicaanse Republiek uiteindelijk in Spanje doen belanden in 1960. In Madrid besluit Juan om met haar te trouwen nadat de katholieke kerk bezwaren had geuit tegen hun zondig samenleven. Het trouwen maakt haar zijn derde vrouw en de opvolger van de legendarische Evita die 8 jaar daarvoor aan kanker was gestorven.

De ballingschap in Madrid zal uiteindelijk 13 jaar duren. Gedurende deze periode pendelt Isabel heen en weer tussen Madrid en Buenos Aires om contacten voor Perón te onderhouden. In 1973 herstellen de militairen de democratie en worden presidents verkiezingen uitgeschreven. Perón kan niet deelnemen omdat hij nog steeds verbannen is. De Argentijnen kiezen echter voor Héctor Campora die er geen geheim van maakt loyaal aan Perón te zijn. Eenmaal gekozen annuleert deze Peróns ballingschap en treedt vervolgens af zodat er nieuwe verkiezingen worden uitgeschreven. Dezen worden door Perón gewonnen. Hij besluit om zijn vrouw tot vice president te benoemen met als gevolg dat deze hem, na zijn dood 9 maanden later, opvolgt en daarmee de eerste vrouwelijke president van Argentinie wordt. Het presidentschap valt in haar schoot op het meest beroerde moment denkbaar. Het land verkeert in chaos. Linkse groeperingen teisteren het land met terroristische aanslagen en rechtse doodseskaders op hun beurt executeren links en rechts in hun ogen verdachte intellectuelen. Haar presidentschap eindigt met de militaire coup van 1976.

Een maand voor de staatsgreep op 25 februari 1976 wordt Héctor Fagetti Gallego, een 26 jarige ambtenaar gearresteerd door de militaire politie. Hij wordt verdacht van subversieve activiteiten. Zijn arrestatie wordt gerechtvaardigd door drie decreten die het jaar daarvoor zijn uitgevaardigd. De decreten dragen de nummers 2770, 2771 en 2772 en bevelen de “uitroeiing van subversieve actie”. Volgens officiele archieven wordt Héctor vastgehouden in twee verschillende militaire gevangenissen voordat hij op 10 maart wordt vrijgelaten. Na deze datum wordt nooit meer wat van hem vernomen. Tijdens Isabel’s presidentschap “verdwijnen” op deze manier tussen de 200 en 600 mensen. Gedurende de 6 grimmige jaren van de militaire junta na de coup zullen er nog tienduizenden “desaparecidos” volgen.

Na de coup wordt Isabel door de junta 5 jaar gevangen gehouden op de bovenste verdieping van een kasteeltje ver weg in Patagonië. In 1981 wordt ze vrijgelaten waarna ze terugkeert naar Spanje waar ze vurig hoopt te zullen worden vergeten door de geschiedenis. Ondervraagd door de Spaanse onderzoeksrechter Baltasar Garzon – in een onderzoek naar de verdwijning van Spaanse burgers gedurende haar presidentschap – verklaart zij slechts een arme onwetende vrouw te zijn die om wat voor reden dan ook door God was uitverkozen om president van Argentinië te zijn. Zij verklaart van de decreten te hebben afgeweten maar zich niet bewust te zijn geweest van de onverkwikkelijke gebeurtenissen die daaruit voortvloeien. Dat zij incapabel was voor het presidentschap leidt geen twijfel; een ballerina wiens lot het was om president te worden in een dergelijke tumultueuze periode, omringd door ultraconservatieve rechtse haviken, uiteindelijk niet veel meer dan hun marionet. Aan de andere kant: zij was waarschijnlijk op de hoogte van wat er aan de hand was en staat bekend als zeer vastbesloten in de strijd tegen het terrorisme.

De eigenlijke decreten zijn niet door haarzelf ondertekend omdat zij op dat moment haar presidentiele bevoegdheden al had overgedragen aan de tijdelijke president van de senaat: Italo Luder. Zij woonde op dat moment ver van Buenos Aires in de provincie Córdoba waar zij “op krachten diende te komen”. Ze was ongetwijfeld tot de conclusie gekomen dat zij niet in staat was om het land te leiden. Ze was totaal afhankelijk van Luder en zijn handlangers wiens rollen op dit moment ook worden onderzocht, maar die niet gearresteerd worden vanwege allerlei verschillende redenen. Volgens rechter Acosta gaat het in zijn onderzoek ook niet zozeer om de eigenlijke ondertekening van de decreten maar meer om de uitvoering ervan door het leger waarvan Isabel de bevelhebber en voor wiens (wan)daden zij eindverantwoordelijk was.

De arrestatie van mevrouw Perón is in lijn met het huidige streven van de regering naar grondiger onderzoek naar schendingen van mensenrechten in het verleden en de heroverweging van de verzoenings- en amnestiepolitiek van de jaren ‘80. De Argentijnse publieke opinie is – zoals gewoonlijk – hopeloos verdeeld over de kwestie. Aan de ene kant zijn er de mensenrechtengroeperingen zoals de Moeder van de Plaza de Mayo – in Nederland om de een of andere reden beter bekend als Dwaze Moeders; de ouders en grootouders van verdwenen kinderen die het als enigen aandurfden om tijdens de junta op te staan tegen de militairen en te demonstreren voor de Casa Rosada (het presidentsgebouw). Zij zien het onderzoek als belangrijke stap voorwaarts in hun – nog steeds geldende - eis om de exacte waarheid boven tafel te krijgen. Aan de andere kant rijzen er vele vragen: waarom nu ineens na 30 jaar en – belangrijker – waarom zij, een onbetekenend figuur vergeleken met andere verantwoordelijken uit die periode?

Sommigen vermoeden dat het onderzoek vooral politieke motieven heeft – 2007 is het jaar van presidentsverkiezingen – hoewel niet geheel duidelijk is wat dan de precieze beweegredenen zijn. President Néstor Kirchner – zelf ooit gearresteerd als linkse advocaat onder Isebel’s presidentschap – en zijn Peronistische regering gedragen zich in ieder geval zeer terughoudend in deze kwestie. De enige verklaring die Kirchner totnogtoe heeft gegeven is dat “niemand boven de wet staat”. Dit kan uiteindelijk met zich meebrengen dat sommige van zijn partijgenoten nog enige moeilijke vragen te beantwoorden krijgen over hun precieze rol in de geschiedenis. Sommigen beweren dat dit precies is wat hem voor ogen staat. Om eindelijk af te kunnen rekenen met het Peronisme, dat als hopeloos verouderde ideologie nog steeds officieel het fundament vormt van zijn partij: de Partido Justicialista (PJ).

Hallo, mag ik u oplichten?

Gepubliceerd
Intermediair 9 februari 2007
http://www.intermediair.nl/artikel.jsp?id=678089


Aandelenzwendel vanuit een boiler room

Een buitenkansje. Via een gerenommeerd Duits effectenkantoor zijn aandelen te koop die zeker tachtig procent in waarde gaan stijgen. U koopt de aandelen en komt erachter dat ze weliswaar echt maar waardeloos zijn. Pieter de Vries werkte een maand undercover in een ‘boiler room’ in Buenos Aires, van waaruit Europese beleggers worden opgelicht.
‘Hallo, u spreekt met Ryan Jansen van XXX Capital Management hier in Frankfurt. Begin dit jaar heeft u met een collega van mij gesproken over uw beleggingen in aandelen.’

Met deze alias en deze openingszinnen heb ik als ‘senior adviseur’ een maand lang duizenden mensen geprobeerd aandelen te verkopen in een Amerikaanse oliemaatschappij.

De telefoontjes komen niet vanuit Frankfurt, maar vanuit een klein kantoortje in het centrum van de Argentijnse hoofdstad Buenos Aires. In de ruimte bevinden zich zeven aftandse schoolbureautjes met telefoons en headsets. Aan de wanden hangen archiefkaarten en vellen papier die de verkopers als geheugensteuntjes gebruiken. Eén van de verkopers moedigt zichzelf aan met de tekst: ‘You are John Connally, you’re a broker, be a cunt’. De herrie is af en toe oorverdovend wanneer iedereen ­ vaak luidkeels ­ aan het telefoneren is en Bloomberg Radio op vol volume staat voor de gewenste beursvloeratmosfeer. Een kantoor als dit staat ook wel bekend als een ‘boiler room’, van waaruit verkopers zonder de benodigde vergunningen dag in dag uit mensen bellen waarvan bekend is dat ze aandelen bezitten. De namen en telefoonnummers komen van eindeloze lijsten die in de handel zijn en worden gekocht door de mensen die de onderneming runnen. Vaak zijn de lijsten samengesteld op basis van aandeelhouderslijsten van beursgenoteerde ondernemingen. Dus als u aandelen heeft, wordt u vrijwel zeker vroeg of laat gebeld.

Het openingsgesprek

Het verkoopproces verloopt volgens een vast patroon en voor elke stap in het proces zijn er scripts. U wordt ‘geopend’ met een introductie van het bureau. Het bedrijf heeft een adres in Frankfurt, een Duits telefoon- en faxnummer (doorgeschakeld naar Argentinië) en een internetsite. De site lijkt professioneel, maar is in werkelijkheid vrij eenvoudig en geeft slechts zeer algemene informatie. De namen van staf en management ontbreken en het achtervoegsel Inc. is bepaald niet Duits. In het openingsgesprek wordt geschermd met namen van opdrachtgevers, ‘grote professionele beleggers’, zoals Deutsche Bank, Credit Suisse en Barclays. ‘Voor deze jongens stellen wij rapporten samen voor potentiële investeringen. We analyseren markten en sectoren en zoeken de bedrijven binnen die sectoren die bovengemiddeld presteren’. Vervolgens krijgt het doelwit het volgende te horen: ‘Wij hebben ons het recht voorbehouden om deze informatie te delen met een select bestand van privéklanten. Dus wat we in essentie doen is het gat dichten tussen professionele beleggers en kleinere privébeleggers zoals uzelf’. Het is belangrijk dat de ‘brokers’ in de openingsfase achterhalen hoeveel geld de klant doorgaans in aandelen belegt, zodat het uiteindelijke aanbod in een later stadium daarop afgestemd kan worden. Dus het vrijblijvende, gezellige gesprek over beleggingsstrategieën en portfolio’s is alleen een opmaat naar de laatste cruciale vraag: hoeveel u in het algemeen belegt in aandelen waar u een goed gevoel bij heeft. Sommige klanten zijn terughoudend als het gaat om het geven van dit soort gevoelige informatie, maar velen geven zonder aarzelen alle gegevens over hun beleggingen en de geïnvesteerde bedragen. Dan wordt toegewerkt naar de afronding. Uitgelegd wordt dat er op dit moment geen concrete aanbevelingen zijn, maar dat ‘we constant bezig zijn met research en u op de hoogte zullen houden van ontwikkelingen’. Het ‘openen’ is een tijdrovend proces van urenlang nummers intoetsen en wachten tot er een keer een vis bijt. Mijn ervaring was dat gemiddeld ongeveer 1 op de 25 niet meteen de telefoon neerlegt en openstaat voor een gesprek.

Het vrijdaggesprek

Het volgende contact met de klant is eenvoudig en kort en vindt altijd op vrijdag plaats. ‘Ik ben aan het opruimen voor het weekend, heeft u nog kans gezien de website te bekijken? Heeft u vragen, opmerkingen?’ Dit geeft de ‘broker’ de kans op informele toon te vragen wat de plannen voor het weekend zijn. Het opbouwen van een vertrouwensrelatie met de klant is cruciaal. Er wordt afgesloten met de mededeling dat er nog geen aanbevelingen zijn, maar dat er wel iets staat te gebeuren. En ja hoor, de dinsdag erop wordt u gebeld met de zogenaamde opwarmpitch. ‘We worden morgenochtend gebriefd over een aandelenpositie. Het moet nog besloten worden of we dit daadwerkelijk gaan gebruiken als aanbeveling voor nieuwe klanten, maar als dat het geval is, zou ik graag de gelegenheid krijgen het met u door te nemen. Hoe ziet uw agenda voor komende donderdag eruit?’ Velen zeggen dan niet geïnteresseerd te zijn, of niet van plan te zijn om op dit moment te investeren. Dan komt het erop aan om een voet tussen de deur houden: ‘Ik wil het alleen maar met u doornemen. Op die manier kunt u zien hoe en met welke bedrijven we werken. Het kost u tien minuten en als u dan besluit niet verder te gaan, dan respecteer ik dat uiteraard, maar dan neemt u in ieder geval een weloverwogen beslissing.’ De meesten gaan uiteindelijk wel schoorvoetend akkoord.

Het verkoopgesprek

De donderdag daarop is het zover. De klant wordt gebeld en gevraagd of hij pen en papier bij de hand heeft. Wat volgt is een zeer uitgebreide briefing over het bedrijf, in mijn geval een klein Amerikaans olieconcern. U wordt verteld dat het aandeel op de Nas-daq wordt verhandeld en de koers te volgen is op de site van deze effectenbeurs, maar ook op financiële sites als die van Bloomberg en Reuters. En dat laatste is ook zo, al is de koers geen afspiegeling van de werkelijke waarde (zie kader Echte nepaandelen). De ‘pitch’ gaat verder met een analyse van de markt voor ruwe olie. Het komt erop neer dat er alle reden is aan te nemen dat de prijs van ruwe olie in de nabije toekomst hoog zal blijven en dat onafhankelijke olieconcerns in de VS op dit moment de wind enorm in de rug hebben. En dat dit zeker het geval is voor het bedrijf in kwestie. Dat heeft namelijk een vondst van zevenhonderdduizend vaten ruwe olie en anderhalf miljard kubieke meter aardgas gedaan in de golf van Mexico. Omdat deze informatie nog niet publiekelijk is gemaakt, is het aandeel op dit moment een koopje. De klant wordt voorgespiegeld dat de koers van het aandeel de komende vijf weken zal stijgen met dertig procent en dat een koersstijging van tachtig procent in anderhalf jaar zeer waarschijnlijk is. In deze fase wordt de klant enorm onder druk gezet om maar vooral iets te kopen. Op financiële websites is te zien dat het aandeel enkele maanden eerder nog voor minder dan twee dollar werd verhandeld en ten tijde van het telefoontje voor acht dollar. Klanten die in de afgelopen periode het aandeel hebben gekocht, verkeren dus in de waan dat hun aandelen in sommige gevallen meer dan driehonderd procent in waarde zijn gestegen. Deze klanten worden uiteraard opnieuw benaderd, dit keer met andere aandelen, in niet-bestaande ondernemingen. In de week dat deze bestaande klanten opnieuw worden benaderd, stijgt de weekomzet tot meer dan een half miljoen dollar. De aandelen die aan deze bestaande klanten werden verkocht, waren van een obscure datingsite en een enorm gepland toeristencomplex in Belize. En ze zijn, uiteraard, waardeloos.

Met dank aan Cees Schaap, directeur van het fraudeonderzoeksbureau SBV Forensics

Ik heb zo’n vier weken in deze Boiler Room gewerkt. In deze tijd heb ik niets verkocht. Zou dat wel zijn gebeurd, dan had ik mijn slachtoffers onder mijn eigen naam teruggebeld om ze te waarschuwen het geld niet over te maken.



Kader: Echte nepaandelen

De aandelen die de boiler room in eerste instantie verkoopt aan de slachtoffers zijn dikwijls zogenoemde penny stock, spotgoedkope aandelen in bedrijven die nagenoeg op de fles zijn, maar met een notering aan de Amerikaanse schermenbeurs Nasdaq, die veel minder strenge eisen stelt dan de beurzen van New York of Londen. De koers is dus te volgen op financiële websites én eenvoudig door de boiler room omhoog te stuwen ­-door zelf grote pakketten aandelen te kopen.
De aandelen zijn echt, maar niets waard. De verkoop ervan is bedoeld om vertrouwen te kweken en slechts de opstap naar het verkopen van aandelen in niet-bestaande ondernemingen of zogenoemde Over The Counter (OTC)-aandelen, die kleine ondernemingen in de VS onderhands mogen verkopen om kapitaal aan te trekken, dat in deze gevallen nooit ergens in geïnvesteerd zal worden. Die volgende stap wordt ingeleid met een pitch als ‘De koers gaat nog verder stijgen, het is niet de tijd de koerswinst te nemen, maar we hebben wel een andere interessante investeringsmogelijkheid...’ Eenmaal gekocht blijken de aandelen onverkoopbaar ­ niemand wil of kan ze van je overnemen ­ en de handelaar die ze je heeft verkocht indien nog actief gaat niet in op je verzoek om ze voor je te verkopen.

Hoeveel slachtoffers?
Er is weinig betrouwbare informatie over hoeveel mensen het slachtoffer worden van boiler room- en vergelijkbare zwendels. Vele slachtoffers schromen blijkbaar hun stommiteit te melden aan de autoriteiten. De Nederlandse Autoriteit Financiële Markten (AFM) waarschuwt beleggers op haar website tegen zo’n vijftig bedrijven die zich specifiek op Nederlandse beleggers richten. In haar jaarverslag van 2005 schrijft de AFM dat ze de totale schade voor consumenten van illegale financiële activiteiten schatten op minimaal 250 miljoen euro per jaar.

Het aantal mensen dat specifiek slachtoffer is van boiler rooms wordt geschat op vijfhonderd per jaar met een gemiddeld verlies van zo’n veertigduizend euro. De hoogst gemelde schade bij de AFM ligt rond de tweehonderdduizend euro. Voor de slachtoffers is er weinig hoop dat ze hun geld ooit terugzien. Het ‘bedrijf’ dat ze de aandelen heeft verkocht, reageert niet meer, als het al nog bestaat, en het geld staat ergens op een niet te traceren off shore-bankrekening. Zie ook: Beleggen in gebakken lucht, een studie van het Openbaar Ministerie Den Haag naar kenmerken van grensoverschrijdende zwendel in beleggingsproducten.

Hello can I rip you off?

Published:
 29 december 2006 Investors Chronicle: `How I cheated Investors` Cover story
 11 january 2007 Times, Times 2 supplement "Hello, can I rip you off?" Lead story

Copyright: Financial Times Business Group, London UK

Selling shares from a Buenos Aires Boiler Room

The offer seems inviting. You’re tipped off that shares, set to rise by 80 per cent, are available via a select German-based company. You buy, and then find they are genuine but worthless. Pieter De Vries spent a month undercover in the Buenos Aires ‘boiler room’ from where experienced British investors are routinely conned
With an alias and the following opening lines, I’ve been approaching thousands of people in the UK during the past month to try to sell them shares in an American oil company. “Hello,” I’d say, “this is Ryan Jansen calling from XXXX Capital Management, the research and advisory house, based here in Frankfurt. You spoke to a colleague earlier in the year about your investments in the stock market . . .”
The calls actually come from a small office in Buenos Aires, Argentina. Inside, there are seven second-hand school desks, with a mix of worn-out chairs. Above the desks, cards are mounted on the walls. One agent encourages himself with a paper sheet that states: “You are John Connally. You’re a broker, be a c***!!!” Some agents use headsets, others normal telephones. The noise of the agents, and of the ever-present Bloomberg Radio, can be almost deafening.
An operation like this is known as a “boiler room”, from where unauthorised sales agents persuade people to buy shares. I ran into it through an advertisement in the Buenos Aires Herald. The names of those targeted come from lists bought by the people who run the operation. Often, they are from shareholder lists of specific companies. So if you own shares in publicly listed companies, it’s quite likely you will receive a call.

Opening call

The Buenos Aires Boiler Room
The sales process follows a fixed pattern and for every phase there are scripts. You are “opened” with an introduction to the company: a classy-sounding name, based in Frankfurt. It has a German address, phone and fax number and an internet site, created to make the company appear trustworthy. The website is hosted in Malaysia. It looks professional, but it’s quite basic and gives only very general information. No names of staff or management appear, and the suffix Inc is certainly not German.
The opening pitch claims that the company works for major corporate investors. Names dropped include Deutsche Bank, Credit Suisse and Barclays. “We compile reports on potential investments for these guys, sourcing the companies that are going to outperform the market and work out what level of return is to be expected.” Then the target is told: “We hold the right to share this information with private clients, thus bridging the gap between the professionals and the smaller private investor such as yourself.” One of the selling points is that “we charge our private clients at the back end, out of the actual profit made”.
It’s important that the “brokers” get information about what investment level the client is accustomed to. The conversation continues with chit-chat about your portfolio and investment strategy, leading to: “How much do you put into a position when you like what you see?” This is used to judge how many shares they can offer you. Some are reluctant to give this data, but many give all the information. Then, it’s explained that, at this point, there are no recommendations but the company will keep them up to date with developments.
Opening is time-consuming, hours of dialling numbers and waiting until a fish finally bites. From my experience, around one person in 25 won’t immediately hang up on you and will be receptive to a conversation.

The Friday call

The following call is brief and always takes place on a Friday. “I’m sweeping up before the weekend, did you have a chance to take a look at the website? Any questions, any thoughts?” This often provides an opportunity to get a bit more informal, for instance by inquiring about plans for the weekend. Building a trusting relationship is key. The call is closed with the news that there aren’t any recommendations but that something might materialise within the next week.

Warm-up call

And, surprise, surprise, the following Tuesday you receive a call: “We are going into a meeting tomorrow. It looks like we’re going to be briefed on a position. It’s yet to be decided if we’re going to use it as a new recommendation but, if this is the case, I’d like to have the opportunity to run it by you.” Many say that they’re not planning to invest. It’s up to the sales agent to hold firm. “I just want to run it by you, it’ll only take ten minutes of your time. If you still decide that you’re not interested, that’s your prerogative, but at least you can make an informed decision.” Most then reluctantly agree.

The sale

On Thursday, as agreed, you are called. What follows is a very comprehensive briefing. In my case it was a tiny American oil company. You’re told that it trades on the Nasdaq and that you can track it by entering its ticker symbol on www.nasdaq.com or any financial website, such as Bloomberg or Reuters. The pitch starts with an analysis of the crude oil market. This comes to the conclusion that high oil prices are here to stay and that oil producers in the US are well positioned to realise record levels of growth. It has just unearthed 700,000 barrels of oil — and this follows the discovery of 4.7 billion cubic feet of natural gas, just 50 miles off the Texas coast. The markets are yet to be made aware of this and, consequently, the stock’s value is a bargain. You are led to believe that the share price will rise up to 30 per cent in a five-week period and increase up to 80 per cent in 18 months, when the time comes to sell out.
At this stage, you’re being pressured enormously to buy at least something, if only to welcome you on-board as a new client and to show you some performance. “It’s a results business and we like to be judged accordingly.” Not investing is not an option. One of the few rules in the boiler room is: never give up and don’t end the conversation until they hang up on you.
The stock will initially grow substantially. On financial websites, you can see that this oil company traded for less than $2 in April, while (at the time of writing) it trades at $7.75. Clients who bought this share saw growth of more than 300 per cent in some cases. These clients are obviously approached again with other proposals. In the weeks that these clients are being “loaded”, the sales volume at the “brokerage” is more than $500,000, generated by only three sales agents.
The new shares sold to existing clients included an online dating company and a development company about to produce an upmarket tourist complex in Belize.



Compliance

If you have agreed to buy, a magic moment follows in the boiler room. Everybody stops phoning and Bloomberg Radio is turned off. Now it is time for a different role-play. One agent assumes the part of the “compliance officer” and calls you in an atmosphere of absolute silence. Everything is being verified and the further proceedings are explained.
After the call, there’s an exuberant atmosphere and the agent is congratulated. The money is not yet in, though. First the investor receives a contract by courier, after which he or she still has three days to enact the trade by wire, transferring the money to the US — time in which they can come to their senses.
Around 80 per cent of people transfer the money. If you’re one of the other 20 per cent, you will be pressurised to follow through. You’re told that the compliance call has been recorded and has legal value. The firm threatens you with legal action and you’re even told that you could be “banned from the stock market”. If you stick to your decision and don’t pay, you’ll never hear from the company again.

The shares

The shares being touted are presented as trading on Nasdaq. And, at first sight, this appears to be true because, as well as on http://www.nasdaq.com/, you can track down the shares on any major financial website.

The shares are real, but they’re not being traded on any regulated market and the price doesn’t necessarily represent their real value. A report by the New York State Attorney-General on stock fraud explains what’s going on: the businesses are so-called “micro-caps”, relatively small enterprises that give out over-the-counter (OTC) securities to raise capital.
The stock is controlled by one or a small number of brokers who sell them over the telephone and many use a number of illegitimate techniques to inflate the stock. Once bought, the stock is impossible to get rid of: no one will buy the shares and, of course, the broker that sold you them, if it’s still operating, will not respond to your request to sell them.

The victims

In general, these are decent, polite elderly men (and sometimes women) who listen to you without interrupting. They can’t imagine it’s a big lie. They are under the impression that you are an experienced senior adviser working for a sophisticated pan-European research house. They’re very vulnerable to the arsenal of arguments fired at them and your persistence.
At one point, a friendly man told me that he was sorry he wasn’t going to buy because he just wasn’t in a position to do so. He assured me that the next time he was planning to invest, he would contact me, because I had put in so much effort. Obviously, most of them are naive, badly informed and trusting. But more experienced investors, who think they know what’s going on out there, can also be conned.
The Financial Services Authority (FSA) has come to the conclusion that the typical victim of an investment scam is a middle-aged professional male with considerable investment experience. One of my clients appeared to know the ins and outs of the stock market quite well. He realised what was going on only at the very last stage, after he had asked me if these were OTC securities and I — at that time, having no clue what he was talking about — said yes. After which he requested not to be contacted again. There was someone who had second thoughts after the deal was closed. He consult his financial adviser who, of course, warned him not to pursue the transaction. Despite these warnings, after a considerable amount of pressure had been applied, he still decided to transfer the money because he was “a man of his word”.
There’s little reliable information about exactly how many people are being conned by these sorts of operations, but the FSA says its helpline receives approximately a hundred calls each month. It has a list on its website with hundreds of known, unauthorised overseas companies targeting UK investors. But hundreds more aren’t on the list and, if they do ever appear, within a week they change their name — often within the week. A survey the FSA conducted among complainants concluded that the average loss was £20,000 — some were more than £100,000. For these victims, there’s no hope of ever retrieving their money. The fake company doesn’t respond or doesn’t even exist any more — their money will probably be in an untraceable offshore bank account.

I worked in this boiler room for four weeks. I didn’t conclude a deal with any client. If I had, I would have called the victims afterwards under my own name to warn them not to transfer the money.


Frame: THE SALESPEOPLE

Looking for fresh talent
The boiler room in Buenos Aires has been operating for about nine months. The staff consists of four agents who work on a commission basis of 10-15 per cent. There is a constant search for new “talent”, but this is difficult to find. Many newcomers disappear after the first week, when they find out that they have to put in a lot of effort before they start making money. Their training programme consists of learning the scripts and listening to the experienced agents for a couple of days. Then they start calling people and overcome their nerves by learning on the job. None has experience in the financial markets. Their knowledge is based on the scripts and a limited set of arguments, often mounted on the wall.
The guy who runs the show is a young Brit. He’s the most experienced and talented seller. Apparently, he ran into a boiler-room operation in Spain and discovered that he was good at it. He decided to start his own operation in Buenos Aires, where the authorities are neither equipped nor interested in investigating and prosecuting this kind of small illegal enterprise, aimed overseas.
When he’s on the phone, he undergoes a change of character. His expression and posture changes and he truly believes what he’s saying. This is, according to him, the trick. He encourages his people to create a resumé for their characters. His own CV states that he worked for six years at Cazenove in London, until he was headhunted by this firm.
After hours, I asked my colleagues whether they found it difficult conning people. The reactions were unanimous. Although aware that what they do isn’t legal, they don’t see themselves as criminals. They consider it role-playing and are reluctant to think of the damage they do. Objections are brushed aside with the argument that these are people with a lot of money, who have already invested in the stock market. They believe the “victims” know that they run the risk, and so are prepared to take the gamble.

WHAT TO DO WHEN YOU’RE CALLED

Check if the company is authorised in the UK. Call the Financial Services Authority helpline, 0845 6061234; http://www.fsa.gov.uk/.

· Is the company a member of a trade body? If based overseas, check if it is authorised by a reputable regulator, as that will be responsible for investigating. If not, the only recourse is legal action.

· Be suspicious of uninvited calls, especially if they offer mouthwatering returns.

· Give yourself time to cool off before making financial decisions.

Get the best advice on share dealing and personal finance with Times Online